Future: to be going to + hele werkwoord
De future, oftewel de toekomende tijd, gebruik je wanneer je iets wil vertellen over iets dat in de toekomst gaat gebeuren. Er zijn twee vormen van de future, namelijk to be going to en will (shall). Op deze pagina leer je wanneer je de future met to be going to gebruikt.
De future met to be going to gebruik je wanneer je iets wil vertellen over je plannen in de toekomst: We are going to watch a film tonight. In dit geval gebruik je de future met to be going to, omdat je vanavond een film gaat kijken en daar al plannen voor hebt gemaakt. Je hebt het al afgesproken en je hebt al snacks in huis gehaald.
To be going to vorm je door eerst de juiste vorm van to be (am, is of are) te kiezen, daar going to achter zet en daar nog het hele werkwoord achter.
Bevestigende zinnen Ontkennende zinnen Vragende zinnen
- I am going to play I am not going to play Am I going to play?
- you are going to play you are not going to play Are you going to play?
- he is going to play he is not going to play Is he going to play?
- she is going to play she is not going to play Is she going to play?
- it is going to play it is not going to play Is it going to play?
- we are going to play we are not going to play Are we going to play?
- you are going to play you are not going to play Are you going to play?
- they are going to play they are not going to play Are they going to play?
Oefeningen
Oefening 1: Bevestigende zinnen
Oefening 2: Bevestigende, ontkennende en vragende zinnen
Oefening 3: Bevestigende, ontkennende en vragende zinnen door elkaar