Voegwoorden (conjunctions)
Voegwoorden gebruik je om zinnen, zinsdelen of woorden aan elkaar te plakken. Je geeft met behulp van deze voegwoorden aan welke relatie de onderdelen hebben tot elkaar. In het Engels noemen we voegwoorden 'conjunctions'.
Hieronder staan de voegwoorden die je moet leren. Het linker rijtje geeft aan wat voor relatie de voegwoorden aangeven. In het tweede rijtje staan de voegwoorden in het Engels, in het derde rijtje staan de Nederlandse vertalingen en in het laatste rijtje staan voorbeelden. Je moet de voegwoorden uit je hoofd leren en kunnen toepassen in zinnen.
Oefeningen
Oefening 1: Kies het juiste voegwoord.