Wederkerend voornaamwoord
I looked at myself in the mirror. Ik keek naar mezelf in de spiegel.
Het wederkerend voornaamwoord verwijst terug naar personen, dingen of dieren. Je kunt het wederkerend voornaamwoord ook gebruiken om extra nadruk te leggen. Je verwijst bijna altijd naar het onderwerp van de zin. In het bovenstaande voorbeeld is myself het wederkerend voornaamwoord en verwijst naar I, het onderwerp.
Onderwerp Wederkerend voornaamwoord Nederlands
- I myself me(zelf)
- you yourself je(zelf)
- he himself zich(zelf)
- her herself zich(zelf)
- it itself zich(zelf)
- we ourselves ons(zelf)
- you yourselves je(zelf)
- they themselves zich(zelf)
! Let goed op de uitgangen van de meervouden, deze zijn anders dan van de enkelvouden.
Voorbeelden:
- I accidentally cut myself.
- You have to do it yourself.
- He cooked it himself.
- She cut her hair herself.
- It climbed the tree itself.
- We have to do our homework ourselves.
- You have to go to school yourselves.
- They walked home themselves.
Oefeningen
Oefening 1: Vul de juiste wederkerende voornaamwoorden in.
Oefening 2: Vul eerste de juiste wederkerende voornaamwoorden in achter de persoonlijke voornaamwoorden, kies daarna de juiste wederkerende voornaamwoorden in de zin.
Oefening 3: Er zijn drie verschillende oefeningen. Klik op 1, 2 of 3 rechts bovenin om naar de verschillende opdrachten te gaan.