Imperative
Stay here. Don't run!
De imperative, oftewel de gebiedende wijs, gebruik je om een bevel, verzoek of advies uit te spreken. Je vindt de imperative ook veel terug in recepten. De imperative bestaat alleen voor positieve en negatieve zinnen. Een vraagzin kan je niet maken met de imperative.
De imperative heeft geen onderwerp in de zin. Je gebruikt ook altijd het hele werkwoord. Deze staat dan vooraan de zin. Bij een negatieve imperative begin je de zin altijd met don't.
Wel doen! Niet doen! Stay here. Don't run! Heat the butter in a saucepan. Don't use cold butter. Do your homework. Don't chew gum in the classroom.
Oefeningen
Opdracht 1: Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
Opdracht 2: Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
Opdrachten
Opdracht 1: De imperative wordt veel gebruikt in recepten. Lees dit recept. Welke imperatives herken je? Schrijf ze op. Vergelijk je antwoorden met een klasgenoot.
Opdracht 2: Schrijf zelf een recept waarbij je de imperative toepast. Je kan hierbij de woorden van unit 5 uit het boek gebruiken. Voor een makkelijk recept kan je beschrijven hoe je een ei bakt. Wil je het iets moeilijker doen, dan kan je zelf een recept bedenken. Laat je recept controleren door een klasgenoot of de docent.