Must / Have to / Should
Must, have to en should zijn alledrie hulpwerkwoorden en betekenen alle drie moeten. Toch hebben ze niet alle drie dezelfde betekenis van moeten. Op deze pagina leer je hoe je een zin maakt met deze drie hulpwerkwoorden en wanneer je welk hulpwerkwoord gebruikt.
Omdat het hulpwerkwoorden zijn, kan je ze nooit als enige werkwoord in de zin gebruiken. Er moet altijd een werkwoord bij. Hiervoor gebruik je altijd het hele werkwoord. Bijvoorbeeld: I'm hungry, I must eat something. In deze zin staat het hulpwerkwoord must en hebben we hele werkwoord eat er achter gezet.
Alle drie de hulpwerkwoorden hebben een andere betekenis. Hieronder volgt een overzicht van de betekenis van de hulpwerkwoorden, inclusief de betekenis van een ontkenning.
- Must: moeten (persoonlijke noodzaak, kan niet anders)
- I'm hungry, I must eat something.
- Mustn't: niet moeten/mogen
- We musn't lie to our parents.
- Have to: moeten (verplicht, van buitenaf opglegd)
- The students have to do their homework.
- Don't / doesn't have to: niet hoeven
- You don't have to go to school when you're ill.
- Should: (zou) eigenlijk moeten
- Instead of watching Netflix, I should clean my room.
- Shouldn't: (zou) eigenlijk niet moeten
- You shouldn't eat too much chocolate, it's not healthy.
Oefeningen
Oefening 1: Meerkeuze, kies uit must, have to en should.
Oefening 2: Pagina met verschillende oefeningen.