Question tags

We can speak English, can't we? Wij kunnen Engels spreken, of niet?

Question tags zijn aangeplakte vragen. Question tags gebruik je om bevestiging te vragen. In het Nederlands doen wij dat door door de woorden toch?, of niet? achter de zin te plakken. In het Engels doen ze dat anders. In het Engels plakken ze een gedeelte van de zin als vraag. Dit doe je door het werkwoord uit te zin te kopiëren, deze negatief te maken en daar het persoonlijk voornaamwoord achter te zetten. Hier volgen een paar voorbeelden:

The cat is sleeping, isn't it?
The children are sitting in the classroom, aren't they?
I have got glasses, haven't I?

Als de zin negatief is, wordt de question tag positief. Hier volgen weer een paar voorbeelden:

The cat is not sleeping, is it?
The children are not sitting in the classroom, are they?
I haven't got glasses, have I?

Zoals je kan zien uit de voorbeelden wordt er voor de negatieve question tags alleen een afkorting gebruikt, dus isn't it?, aren't they? en haven't I?. Gebruik dus nooit is not it? are not they? of have not I?. Let op! Want de afkorting amn't bestaat niet. In plaats van amn't I? gebruiken we als uitzondering aren't I?. Hieronder volgen twee voorbeelden met am:

I am twelve years old, aren't I?
I am not twelve years old, am I?

Voor wat extra uitdaging gaan we het nu wat moeilijker maken. Het volgende hoef je niet te leren voor de toets, maar is wel handig om te weten, omdat je het vaak in online oefeningen tegen zal komen. In de bovenstaande voorbeelden zijn alleen hulpwerkwoorden gebruikt. Hulpwerkwoorden zijn de werkwoorden to be, to have, to do, can, may, must, will en shall. Staat er in de hoofdzin geen hulpwerkwoord? Dan gebruiken we in de question tag het hulpwerkwoord to do. Hier volgen een aantal voorbeelden:

I like reading books, don't I?
The teacher drinks a lot of tea, doesn't she?
You don't eat meat, do you?

Oefeningen

Oefening 1: Vul de juiste question tag in. In deze oefening zijn alle zinnen positief, dus worden de question tags negatief.

Oefening 2: Vul de juiste question tag in. In deze oefening zijn alle zinnen negatief, dus worden de question tags positief.

Oefening 3: Vul de juiste question tag in. In deze oefening zitten zowel positieve als negatieve zinnen.

Oefening 4: Vul de juiste question in. In deze oefening zitten zowel positieve als negatieve zinnen.